Lezing: 20 november, Femke Lampe-Braun
Interactieve lezing over moestuin & grondverbetering
Interactieve lezing over moestuin & grondverbetering
Registratie geopend
Registratie 2026 geopend
Oproep voor een secretaris!!!!
Wij zijn dringend op zoek naar een secretaris. De taken van de secretaris:
• Het verzorgen van de correspondentie van de afdeling (vrijwel uitsluitend per email)
• Het notuleren van de bestuursvergaderingen
• Het schrijven van een jaarverslag
Goed nieuws voor alle Groei & Bloei-leden: dit najaar start weer een nieuwe ronde van het Groei & Bloei Verenigingsvoordeel! Leden kunnen via de webshop profiteren van tot wel 20% korting op duurzame, biologische bodemverbeteraars van Bio Kultura zoals compost, tuinaarde en kleimineralen.
Met deze biologische producten investeer je niet alleen in je eigen tuin of balkon, maar ook in een gezonde, levende bodem en een groenere toekomst.
KLIK HIER VOOR ALLE INFORMATIE
Je hoofd staat er misschien nog niet naar, maar het is belangrijk om je zo vroeg mogelijk in te schrijven voor de buitenlandse tuinenreis. Alleen dan kunnen we de scherpste prijzen bedingen en gunstige afspraken maken. Dus liever in november dan in december, maar uiterlijk vóór 15 januari. Klik hier voor de volledige informatie.
Onze afdeling staat voor passie en kennis over tuinieren. Met de Lentefair, Open Tuinenweekend, excursies, kleinschalige tuinclubs, workshops en lezingen presenteren wij ons als een levendige en gezellige afdeling en dragen wij bij aan een groenere omgeving. Om dit alles in goede banen te blijven leiden en nieuwe initiatieven te kunnen ontplooien, zoeken wij leden die deel willen uitmaken van het bestuur. Wij zoeken een secretaris en een coördinator activiteiten. Ervaring in een bestuursfunctie is geen vereiste. Wat telt is jouw inzet, creativiteit, jouw gewenste urenbesteding en jouw passie. Voel je er voor om het bestuursteam te versterken, meld je dan persoonlijk bij een van de bestuursleden of mail aan salland.groei@gmail.com.
De tuinmanager
Bij de wat eentonigere tuinklussen dwaalden mijn gedachten wel eens af naar de tijd dat ik leiding gaf aan mensen. Steeds weer zag ik dan hoe verrassend veel overeenkomsten er zijn tussen management en tuinieren. De taal van de tuin wemelt van managementwijsheden. Anderen hebben dat al eerder ontdekt en hebben het zelfs verwoord in gezegdes. Een bloemlezing: ‘Wie zaait, zal oogsten’. ‘Met de botte bijl te werk gaan’. ‘Een zaadje planten’. ‘De wortel van het probleem aanpakken’. ‘De vruchten plukken’. ‘Het laaghangend fruit meepakken’. En natuurlijk: ‘snoeien in de budgetten’.
Geen wonder dat ik mezelf, lekker tuffend op mijn zitmaaier, soms betrap op de gedachte dat ik misschien wel een tuinmanager ben. Een die probeert de groei in goede banen te leiden, het onkruid onder controle te houden en de juiste voedingsbodem te creëren. Een organisatie is tenslotte als een tuin: als je haar niet onderhoudt, overwoekert het. Uit mijn werkend leven heb ik overgehouden dat leiders tuiniers zijn, geen bouwmeesters - ze scheppen de omstandigheden waarin anderen kunnen groeien. Het team om je heen moet eerst wortelen om te bloeien; relaties hebben tijd nodig.
Onlangs bezocht ik op een mooie herfstavond een lezing over avontuurlijk tuinieren, georganiseerd door ons gewaardeerde bestuurslid Siny Jansen. Mijn idee dat ik een tuinmanager was, werd daar zachtjes de grond in geboord - letterlijk en figuurlijk. Avontuurlijk tuinieren, zo bleek, is eigenlijk het
De tuinmanager
Bij de wat eentonigere tuinklussen dwaalden mijn gedachten wel eens af naar de tijd dat ik leiding gaf aan mensen. Steeds weer zag ik dan hoe verrassend veel overeenkomsten er zijn tussen management en tuinieren. De taal van de tuin wemelt van managementwijsheden. Anderen hebben dat al eerder ontdekt en hebben het zelfs verwoord in gezegdes. Een bloemlezing: ‘Wie zaait, zal oogsten’. ‘Met de botte bijl te werk gaan’. ‘Een zaadje planten’. ‘De wortel van het probleem aanpakken’. ‘De vruchten plukken’. ‘Het laaghangend fruit meepakken’. En natuurlijk: ‘snoeien in de budgetten’.
Geen wonder dat ik mezelf, lekker tuffend op mijn zitmaaier, soms betrap op de gedachte dat ik misschien wel een tuinmanager ben. Een die probeert de groei in goede banen te leiden, het onkruid onder controle te houden en de juiste voedingsbodem te creëren. Een organisatie is tenslotte als een tuin: als je haar niet onderhoudt, overwoekert het. Uit mijn werkend leven heb ik overgehouden dat leiders tuiniers zijn, geen bouwmeesters - ze scheppen de omstandigheden waarin anderen kunnen groeien. Het team om je heen moet eerst wortelen om te bloeien; relaties hebben tijd nodig.
Onlangs bezocht ik op een mooie herfstavond een lezing over avontuurlijk tuinieren, georganiseerd door ons gewaardeerde bestuurslid Siny Jansen. Mijn idee dat ik een tuinmanager was, werd daar zachtjes de grond in geboord - letterlijk en figuurlijk. Avontuurlijk tuinieren, zo bleek, is eigenlijk het
De tuinmanager
Bij de wat eentonigere tuinklussen dwaalden mijn gedachten wel eens af naar de tijd dat ik leiding gaf aan mensen. Steeds weer zag ik dan hoe verrassend veel overeenkomsten er zijn tussen management en tuinieren. De taal van de tuin wemelt van managementwijsheden. Anderen hebben dat al eerder ontdekt en hebben het zelfs verwoord in gezegdes. Een bloemlezing: ‘Wie zaait, zal oogsten’. ‘Met de botte bijl te werk gaan’. ‘Een zaadje planten’. ‘De wortel van het probleem aanpakken’. ‘De vruchten plukken’. ‘Het laaghangend fruit meepakken’. En natuurlijk: ‘snoeien in de budgetten’.
Geen wonder dat ik mezelf, lekker tuffend op mijn zitmaaier, soms betrap op de gedachte dat ik misschien wel een tuinmanager ben. Een die probeert de groei in goede banen te leiden, het onkruid onder controle te houden en de juiste voedingsbodem te creëren. Een organisatie is tenslotte als een tuin: als je haar niet onderhoudt, overwoekert het. Uit mijn werkend leven heb ik overgehouden dat leiders tuiniers zijn, geen bouwmeesters - ze scheppen de omstandigheden waarin anderen kunnen groeien. Het team om je heen moet eerst wortelen om te bloeien; relaties hebben tijd nodig.
Onlangs bezocht ik op een mooie herfstavond een lezing over avontuurlijk tuinieren, georganiseerd door ons gewaardeerde bestuurslid Siny Jansen. Mijn idee dat ik een tuinmanager was, werd daar zachtjes de grond in geboord - letterlijk en figuurlijk. Avontuurlijk tuinieren, zo bleek, is eigenlijk het
De tuinmanager
Bij de wat eentonigere tuinklussen dwaalden mijn gedachten wel eens af naar de tijd dat ik leiding gaf aan mensen. Steeds weer zag ik dan hoe verrassend veel overeenkomsten er zijn tussen management en tuinieren. De taal van de tuin wemelt van managementwijsheden. Anderen hebben dat al eerder ontdekt en hebben het zelfs verwoord in gezegdes. Een bloemlezing: ‘Wie zaait, zal oogsten’. ‘Met de botte bijl te werk gaan’. ‘Een zaadje planten’. ‘De wortel van het probleem aanpakken’. ‘De vruchten plukken’. ‘Het laaghangend fruit meepakken’. En natuurlijk: ‘snoeien in de budgetten’.
Geen wonder dat ik mezelf, lekker tuffend op mijn zitmaaier, soms betrap op de gedachte dat ik misschien wel een tuinmanager ben. Een die probeert de groei in goede banen te leiden, het onkruid onder controle te houden en de juiste voedingsbodem te creëren. Een organisatie is tenslotte als een tuin: als je haar niet onderhoudt, overwoekert het. Uit mijn werkend leven heb ik overgehouden dat leiders tuiniers zijn, geen bouwmeesters - ze scheppen de omstandigheden waarin anderen kunnen groeien. Het team om je heen moet eerst wortelen om te bloeien; relaties hebben tijd nodig.
Onlangs bezocht ik op een mooie herfstavond een lezing over avontuurlijk tuinieren, georganiseerd door ons gewaardeerde bestuurslid Siny Jansen. Mijn idee dat ik een tuinmanager was, werd daar zachtjes de grond in geboord - letterlijk en figuurlijk. Avontuurlijk tuinieren, zo bleek, is eigenlijk het
De tuinmanager
Bij de wat eentonigere tuinklussen dwaalden mijn gedachten wel eens af naar de tijd dat ik leiding gaf aan mensen. Steeds weer zag ik dan hoe verrassend veel overeenkomsten er zijn tussen management en tuinieren. De taal van de tuin wemelt van managementwijsheden. Anderen hebben dat al eerder ontdekt en hebben het zelfs verwoord in gezegdes. Een bloemlezing: ‘Wie zaait, zal oogsten’. ‘Met de botte bijl te werk gaan’. ‘Een zaadje planten’. ‘De wortel van het probleem aanpakken’. ‘De vruchten plukken’. ‘Het laaghangend fruit meepakken’. En natuurlijk: ‘snoeien in de budgetten’.
Geen wonder dat ik mezelf, lekker tuffend op mijn zitmaaier, soms betrap op de gedachte dat ik misschien wel een tuinmanager ben. Een die probeert de groei in goede banen te leiden, het onkruid onder controle te houden en de juiste voedingsbodem te creëren. Een organisatie is tenslotte als een tuin: als je haar niet onderhoudt, overwoekert het. Uit mijn werkend leven heb ik overgehouden dat leiders tuiniers zijn, geen bouwmeesters - ze scheppen de omstandigheden waarin anderen kunnen groeien. Het team om je heen moet eerst wortelen om te bloeien; relaties hebben tijd nodig.
Onlangs bezocht ik op een mooie herfstavond een lezing over avontuurlijk tuinieren, georganiseerd door ons gewaardeerde bestuurslid Siny Jansen. Mijn idee dat ik een tuinmanager was, werd daar zachtjes de grond in geboord - letterlijk en figuurlijk. Avontuurlijk tuinieren, zo bleek, is eigenlijk het
De tuinmanager
Bij de wat eentonigere tuinklussen dwaalden mijn gedachten wel eens af naar de tijd dat ik leiding gaf aan mensen. Steeds weer zag ik dan hoe verrassend veel overeenkomsten er zijn tussen management en tuinieren. De taal van de tuin wemelt van managementwijsheden. Anderen hebben dat al eerder ontdekt en hebben het zelfs verwoord in gezegdes. Een bloemlezing: ‘Wie zaait, zal oogsten’. ‘Met de botte bijl te werk gaan’. ‘Een zaadje planten’. ‘De wortel van het probleem aanpakken’. ‘De vruchten plukken’. ‘Het laaghangend fruit meepakken’. En natuurlijk: ‘snoeien in de budgetten’.
Geen wonder dat ik mezelf, lekker tuffend op mijn zitmaaier, soms betrap op de gedachte dat ik misschien wel een tuinmanager ben. Een die probeert de groei in goede banen te leiden, het onkruid onder controle te houden en de juiste voedingsbodem te creëren. Een organisatie is tenslotte als een tuin: als je haar niet onderhoudt, overwoekert het. Uit mijn werkend leven heb ik overgehouden dat leiders tuiniers zijn, geen bouwmeesters - ze scheppen de omstandigheden waarin anderen kunnen groeien. Het team om je heen moet eerst wortelen om te bloeien; relaties hebben tijd nodig.
Onlangs bezocht ik op een mooie herfstavond een lezing over avontuurlijk tuinieren, georganiseerd door ons gewaardeerde bestuurslid Siny Jansen. Mijn idee dat ik een tuinmanager was, werd daar zachtjes de grond in geboord - letterlijk en figuurlijk. Avontuurlijk tuinieren, zo bleek, is eigenlijk het
De tuinmanager
Bij de wat eentonigere tuinklussen dwaalden mijn gedachten wel eens af naar de tijd dat ik leiding gaf aan mensen. Steeds weer zag ik dan hoe verrassend veel overeenkomsten er zijn tussen management en tuinieren. De taal van de tuin wemelt van managementwijsheden. Anderen hebben dat al eerder ontdekt en hebben het zelfs verwoord in gezegdes. Een bloemlezing: ‘Wie zaait, zal oogsten’. ‘Met de botte bijl te werk gaan’. ‘Een zaadje planten’. ‘De wortel van het probleem aanpakken’. ‘De vruchten plukken’. ‘Het laaghangend fruit meepakken’. En natuurlijk: ‘snoeien in de budgetten’.
Geen wonder dat ik mezelf, lekker tuffend op mijn zitmaaier, soms betrap op de gedachte dat ik misschien wel een tuinmanager ben. Een die probeert de groei in goede banen te leiden, het onkruid onder controle te houden en de juiste voedingsbodem te creëren. Een organisatie is tenslotte als een tuin: als je haar niet onderhoudt, overwoekert het. Uit mijn werkend leven heb ik overgehouden dat leiders tuiniers zijn, geen bouwmeesters - ze scheppen de omstandigheden waarin anderen kunnen groeien. Het team om je heen moet eerst wortelen om te bloeien; relaties hebben tijd nodig.
Onlangs bezocht ik op een mooie herfstavond een lezing over avontuurlijk tuinieren, georganiseerd door ons gewaardeerde bestuurslid Siny Jansen. Mijn idee dat ik een tuinmanager was, werd daar zachtjes de grond in geboord - letterlijk en figuurlijk. Avontuurlijk tuinieren, zo bleek, is eigenlijk het
De tuinmanager
Bij de wat eentonigere tuinklussen dwaalden mijn gedachten wel eens af naar de tijd dat ik leiding gaf aan mensen. Steeds weer zag ik dan hoe verrassend veel overeenkomsten er zijn tussen management en tuinieren. De taal van de tuin wemelt van managementwijsheden. Anderen hebben dat al eerder ontdekt en hebben het zelfs verwoord in gezegdes. Een bloemlezing: ‘Wie zaait, zal oogsten’. ‘Met de botte bijl te werk gaan’. ‘Een zaadje planten’. ‘De wortel van het probleem aanpakken’. ‘De vruchten plukken’. ‘Het laaghangend fruit meepakken’. En natuurlijk: ‘snoeien in de budgetten’.
Geen wonder dat ik mezelf, lekker tuffend op mijn zitmaaier, soms betrap op de gedachte dat ik misschien wel een tuinmanager ben. Een die probeert de groei in goede banen te leiden, het onkruid onder controle te houden en de juiste voedingsbodem te creëren. Een organisatie is tenslotte als een tuin: als je haar niet onderhoudt, overwoekert het. Uit mijn werkend leven heb ik overgehouden dat leiders tuiniers zijn, geen bouwmeesters - ze scheppen de omstandigheden waarin anderen kunnen groeien. Het team om je heen moet eerst wortelen om te bloeien; relaties hebben tijd nodig.
Onlangs bezocht ik op een mooie herfstavond een lezing over avontuurlijk tuinieren, georganiseerd door ons gewaardeerde bestuurslid Siny Jansen. Mijn idee dat ik een tuinmanager was, werd daar zachtjes de grond in geboord - letterlijk en figuurlijk. Avontuurlijk tuinieren, zo bleek, is eigenlijk het
De tuinmanager
Bij de wat eentonigere tuinklussen dwaalden mijn gedachten wel eens af naar de tijd dat ik leiding gaf aan mensen. Steeds weer zag ik dan hoe verrassend veel overeenkomsten er zijn tussen management en tuinieren. De taal van de tuin wemelt van managementwijsheden. Anderen hebben dat al eerder ontdekt en hebben het zelfs verwoord in gezegdes. Een bloemlezing: ‘Wie zaait, zal oogsten’. ‘Met de botte bijl te werk gaan’. ‘Een zaadje planten’. ‘De wortel van het probleem aanpakken’. ‘De vruchten plukken’. ‘Het laaghangend fruit meepakken’. En natuurlijk: ‘snoeien in de budgetten’.
Geen wonder dat ik mezelf, lekker tuffend op mijn zitmaaier, soms betrap op de gedachte dat ik misschien wel een tuinmanager ben. Een die probeert de groei in goede banen te leiden, het onkruid onder controle te houden en de juiste voedingsbodem te creëren. Een organisatie is tenslotte als een tuin: als je haar niet onderhoudt, overwoekert het. Uit mijn werkend leven heb ik overgehouden dat leiders tuiniers zijn, geen bouwmeesters - ze scheppen de omstandigheden waarin anderen kunnen groeien. Het team om je heen moet eerst wortelen om te bloeien; relaties hebben tijd nodig.
Onlangs bezocht ik op een mooie herfstavond een lezing over avontuurlijk tuinieren, georganiseerd door ons gewaardeerde bestuurslid Siny Jansen. Mijn idee dat ik een tuinmanager was, werd daar zachtjes de grond in geboord - letterlijk en figuurlijk. Avontuurlijk tuinieren, zo bleek, is eigenlijk het
De tuinmanager
Bij de wat eentonigere tuinklussen dwaalden mijn gedachten wel eens af naar de tijd dat ik leiding gaf aan mensen. Steeds weer zag ik dan hoe verrassend veel overeenkomsten er zijn tussen management en tuinieren. De taal van de tuin wemelt van managementwijsheden. Anderen hebben dat al eerder ontdekt en hebben het zelfs verwoord in gezegdes. Een bloemlezing: ‘Wie zaait, zal oogsten’. ‘Met de botte bijl te werk gaan’. ‘Een zaadje planten’. ‘De wortel van het probleem aanpakken’. ‘De vruchten plukken’. ‘Het laaghangend fruit meepakken’. En natuurlijk: ‘snoeien in de budgetten’.
Geen wonder dat ik mezelf, lekker tuffend op mijn zitmaaier, soms betrap op de gedachte dat ik misschien wel een tuinmanager ben. Een die probeert de groei in goede banen te leiden, het onkruid onder controle te houden en de juiste voedingsbodem te creëren. Een organisatie is tenslotte als een tuin: als je haar niet onderhoudt, overwoekert het. Uit mijn werkend leven heb ik overgehouden dat leiders tuiniers zijn, geen bouwmeesters - ze scheppen de omstandigheden waarin anderen kunnen groeien. Het team om je heen moet eerst wortelen om te bloeien; relaties hebben tijd nodig.
Onlangs bezocht ik op een mooie herfstavond een lezing over avontuurlijk tuinieren, georganiseerd door ons gewaardeerde bestuurslid Siny Jansen. Mijn idee dat ik een tuinmanager was, werd daar zachtjes de grond in geboord - letterlijk en figuurlijk. Avontuurlijk tuinieren, zo bleek, is eigenlijk het
De tuinmanager
Bij de wat eentonigere tuinklussen dwaalden mijn gedachten wel eens af naar de tijd dat ik leiding gaf aan mensen. Steeds weer zag ik dan hoe verrassend veel overeenkomsten er zijn tussen management en tuinieren. De taal van de tuin wemelt van managementwijsheden. Anderen hebben dat al eerder ontdekt en hebben het zelfs verwoord in gezegdes. Een bloemlezing: ‘Wie zaait, zal oogsten’. ‘Met de botte bijl te werk gaan’. ‘Een zaadje planten’. ‘De wortel van het probleem aanpakken’. ‘De vruchten plukken’. ‘Het laaghangend fruit meepakken’. En natuurlijk: ‘snoeien in de budgetten’.
Geen wonder dat ik mezelf, lekker tuffend op mijn zitmaaier, soms betrap op de gedachte dat ik misschien wel een tuinmanager ben. Een die probeert de groei in goede banen te leiden, het onkruid onder controle te houden en de juiste voedingsbodem te creëren. Een organisatie is tenslotte als een tuin: als je haar niet onderhoudt, overwoekert het. Uit mijn werkend leven heb ik overgehouden dat leiders tuiniers zijn, geen bouwmeesters - ze scheppen de omstandigheden waarin anderen kunnen groeien. Het team om je heen moet eerst wortelen om te bloeien; relaties hebben tijd nodig.
Onlangs bezocht ik op een mooie herfstavond een lezing over avontuurlijk tuinieren, georganiseerd door ons gewaardeerde bestuurslid Siny Jansen. Mijn idee dat ik een tuinmanager was, werd daar zachtjes de grond in geboord - letterlijk en figuurlijk. Avontuurlijk tuinieren, zo bleek, is eigenlijk het
tegenovergestelde van managen. Het draait niet om beheersen, plannen of structureren, maar om vertrouwen. Je laat je verrassen door wat moeder Natuur je aanreikt. Je schept de randvoorwaarden, maar zij bepaalt de uitkomst. Vind je het resultaat niet mooi, dan stuur je haar niet met een Excel-sheet of reorganisatie bij, maar door bijvoorbeeld hier en daar een plant te verplaatsen.
Ik trok de beginselen van het avontuurlijk tuinieren door naar het managen. Een glimlach verscheen bij de gedachte aan ‘avontuurlijk managen’. Nooit van gehoord. Bestaat wellicht ook nog niet. Misschien dat een of andere goeroe het eens als verdienmodel gaat zien. ‘Laat duizend bloemen bloeien’ kwam voor mij nog het dichtst in de buurt - een roep om los te laten, om ruimte te geven aan spontane groei. Maar eerlijk is eerlijk: in mijn managementtijd was dat gemakkelijker gezegd dan gedaan. Daar ging het om regels en procedures, efficiëntie en effectiviteit, en vooral om budgetten die niet mochten verwilderen.
Na een paar dagen was ik de bloemenweide aan het afhooien. Ik voelde mij weer gewoon tuinman. Geen manager met een plan, maar iemand die werkt in overleg met moeder Natuur. Die weet dat niet alles te sturen is, en dat dat juist goed is. Dat maakt het tuinieren zo aantrekkelijk. Elke afspraak met moeder Natuur is goed en bepaalt voor een ieder de tijd en energie die je in een tuin wilt steken. Het levert een prachtige dosis verwondering en verbazing op verpakt in een kleurrijke omgeving.
Namens het bestuur van de afdeling Salland wens ik jullie prachtige kerstdagen en een waardige jaarwisseling.
Frank Schumacher
In deze tijden moeten we soms op korte termijn onze plannen wijzigen. Helaas is dat meestal om activiteiten te annuleren, maar soms zien we ineens een mogelijkheid. In die gevallen sturen we een flitsmail uit, en zetten we het nieuws op de website. Om op de hoogte te blijven is het dus handig als je je opgeeft voor de flitsmail.
Je kunt je alleen registreren voor de flitsmail als u zich via deze website opgeeft. Je ziet rechts onderaan een optie om je op te geven voor de nieuwsbrief. Maar dat is in ons geval de flitsmail.
Let op: de flitsmail wordt verstuurd via de website, met als afzender info@salland.groei. E-mailadressen die beginnen met info@ worden door veel programma’s gezien als spam, zodat je ze mogelijk niet in je normale inbox krijgt. Zoek dan even onder spam / ongewenste mail en markeer de mail als “geen spam”, zodat het de volgende keer hopelijk goed gaat. Je kunt ook het emailadres info(at)salland.groei toevoegen aan je contacten. Heb je je opgegeven en krijg krijg je desondanks geen flitsmail, stuur dan een mail naar salland.groei@gmail.com.
verdere informatie onder het kopje workshops en…
LET OP MIDDAGLEZING: 14.00-16.00 uur